Boven: Minuutplans uit 1832 van de Inlaagpolder
De Inlaagse Dijk was lange tijd de eerste verdedigingslinie tegen het brakke water van het IJ en was onderdeel van de Spaarndammerdijk. De Spaarndammerdijk was geen sterke dijk. De Sint-Elisabethsvloed van 19 november 1421 bracht langs de gehele Hollandse kust grote ellende. De Spaarndammerdijk bij Spaarnwoude en Hofambacht bezweek en een vloedgolf van het IJ zette het land tot bij Leiden onder water.
Om dit in de toekomst te voorkomen werd direct met de aanleg van een nieuwe ‘hoge’ en ‘korte’ dijk begonnen. Het gebied dat de Inlaag werd genoemd werd buitengedijkt en de Hoge Spaardammerdijk werd de nieuwe IJdijk. Om beweiding van de Inlaag enigszins mogelijk te maken werd een lage zomerdijk – de Inlaagse Dijk of Kadijk- rond de Inlaag aangelegd en ontstond de huidige Inlaagpolder.
De Inlaagpolder werd tot 1879 bemalen door de windmolen ‘De Dolle Hond’. In dat jaar werd, na de sloop van de molen, het stoomgemaal in gebruik genomen. Tot de aanleg van het Noordzeekanaal en de daarmee samenhangende droogmaking van de Houtrakpolder lag de Inlaagpolder aan het IJ. De Inlaagse Dijk is vanaf de Ringweg ten oosten van Spaarndam in de vorm van een graskade nog goed herkenbaar in het landschap.
Vanaf dit dijkje kan je de vogels op de Westhoffplas goed bekijken, en even verderop de vogelkijkhut de Kiekendief bezoeken. Daarna volgen de Houtrakkerbeemden, deels met brak water en de bijbehorende kwelderplanten, o.m. Zeeaster. Deze wateren geven bij elkaar met enige fantasie een beeld van de loop van het oude Oer-IJ. Over de Hoge Spaarndammerdijk kan je het rondje voltooien.
Bron o.a. : Website Oneindig Noord-Holland