Terug naar het overzicht

Zandkastelen

Middeleeuwse burchten in de binnenduinrand
Gerard Alders

Het Rijksmonumentale Slot Assumburg te Heemskerk, naar het noordwesten gefotografeerd. Het van oorsprong 13e­eeuwse slot, dat door verschillende adellijke geslachten werd bewoond, onderging een restauratie die omstreeks 1980 werd afgerond. Het slot is vanaf 1933 in gebruik als jeugdherberg. In 2011 werd een reconstructie van de 18e­eeuwse kasteel voor het publiek geopend. De foto laat de verschillende onderdelen daarvan haarscherp zien.


Cronenburg


In het polderland ten zuidoosten van Castricum staat boerderij Cronenburg, waarvan de naam herinnert aan het kasteel dat hier ooit lag. Het weiland ten noorden van de boerderij vertoont een bijzonder patroon dat door archeologisch onderzoek duidelijk in beeld gebracht kon worden. Hier stond ooit een rechthoekig kasteel, omringd door een 20 meter brede gracht.

Aan twee zijden zijn halve cirkelvormige terreinen te onderscheiden die door de rechthoek doorsneden worden. Waarschijnlijk was het rechthoekige kasteel vooraf gegaan door een rond kasteel met een halfronde voorburcht. Opvallend is een rechthoekig bouwwerk (van circa 16 bij 20 meter) op een afstand van ruim 60 meter ten noordoosten van het kasteel, staande op een rechthoekig terrein. Mogelijk stond hier ooit een grote voorraadschuur (‘tiendschuur’). Een andere bijzonderheid is de halfronde aarden wal aan de noordwestzijde van het kasteelterrein, waarschijnlijk opgeworpen om een beschutte tuin te verkrijgen.

Vanwege het grote belang en de gaafheid van deze terreinen kregen ze een beschermde status als provinciaal archeologisch monument. Bekend is dat het kasteel in de tweede helft van de 13e eeuw is gebouwd door Simon van Haarlem. Rond 1400 werd het kasteel verwoest waarna herbouw volgde en in 1573 bleef na een plundering een ruïne achter. Dat er reeds vroeg heren van Castricum waren, blijkt met name uit de Egmondse geschiedbronnen. Hierin werden de gebeurtenissen verhaald over een vóór 1105 door de abdij van Egmond aangelegde dijk (Zanddijk) op de grens tussen Egmond en Castricum. De Castricummers verzetten zich hiertegen onder leiding van enkele in dat dorp wonende lieden die zeer machtig en aanzienlijk waren, zowel door hun adellijke afkomst als door hun rijke bezit.

Uit de beschrijving door de Egmondse monniken blijkt onmiskenbaar dat het hier edellieden betrof. Zij waren immers niet alleen gewapend met zwaarden, lansen en knotsen, maar ook arrogant, twistziek, grimmig, sluw, vermetel, overmoedig en tuk op bloedvergieten; zij hadden een gezwollen nek en dreigende horens en reden op snelle paarden.

De ligging van kasteel Cronenburg in de zone van strandwallen en binnenduinrand is kenmerkend voor de kastelen in Noord-Holland. Vrijwel alle middeleeuwse kastelen zijn in deze zone gelegen, terwijl ze in het veen ten oosten daarvan nauwelijks te vinden zijn. Al in de 12e eeuw werden verschillende edelen in dit gebied vermeld in de geschreven bronnen en in de 13e eeuw verrezen hier talrijke kastelen. De geslachten Van Haarlem, Van Egmond en Van Castricum speelden dan al een belangrijke rol. Tijdens de Loonse Oorlog in het begin van de 13e eeuw werden Albert Baniard en Jan Persijn vermeld. Daarnaast waren er onvrije ‘milites’ (ridders) die een lagere status hadden en het aantal edelen verre overtrof. Hiervan is echter minder bekend en vanaf het midden van de 13e eeuw werd er geen onderscheid meer gemaakt en zijn zij in de Hollandse ridderadel opgenomen.

Een verklaring voor de voorkeur van de adel voor het ‘wonen op zand’ kan zijn, dat in dit gebied tijdens de Vroege Middeleeuwen belangrijke domeinhoven (een soort landgoederen) lagen, die na opheffing werden verdeeld onder adel en ridderschap. De vele tientallen kastelen in dit gebied kunnen in dit bestek niet allemaal worden behandeld, daarom zullen enkele kastelen ter plaatse van de grafelijke domeinhof Hofland bij Heemskerk en Beverwijk als voorbeeld worden beschreven. Met name zal aandacht worden besteed aan de Assumburg als meest middeleeuwse van de nog bestaande kastelen in de regio. Het domeinhof Hofland In Beverwijk en Heemskerk lag een grafelijke domeinhof, de hof ‘Hofland’.

gravure

Ets uit 1628 van de resten van het voormalig slot Oud­Haarlem; links de meer dan manshoge ophoging met muurresten van de ruïne en op de achtergrond de transen van kasteel Assumburg; het onderschrift verbindt beide kastelen met elkaar.

-

Op 16 oktober 1248 werd deze opgeheven en verkocht aan enkele edelen die hier kastelen bouwden. Een maand later werd overigens ook de hof van Valkenburg bij Leiden ontmanteld. Het hof vormde een eigen rechtsgebied met hoge rechtspraak en bezat vermoedelijk oorspronkelijk een beheerscentrum bij de middeleeuwse Sint Aagtenkerk te Beverwijk. Het latere stadsgebied van Beverwijk maakte deel uit van het domeinhof. Hier was de abdij van Egmond grootgrondbezitter, die de gunstige ligging gebruikte als overslagplaats voor goederen, een situatie die reeds in de 12e eeuw moet hebben bestaan. Waarschijnlijk was ooit een deel van het domeinhof aan de abdij geschonken. Een tweede plek waar (later) een beheerscentrum van de hof gelegen kan hebben bevond zich meer naar het noordoosten.

Vanaf de strandwal liep hier een weg met de naam ‘Hoflaan’ langs het kasteelterrein van Oud-Haerlem, die vervolgens na een bocht verder ging in zuidwestelijke richting. Dit betekent dat met de ‘hof’ waar deze laan naartoe liep niet het kasteel Oud-Haerlem bedoeld werd, maar een ander hof dat verderop lag. Aan het eind van de weg kwam men uit bij een terrein dat op luchtfoto’s uit de jaren zestig van de 20e eeuw een opvallend patroon vertoonde, gelijkend op een kasteelterrein. Op deze plek zijn vondsten gedaan uit de 12e en 13e eeuw, maar nadien is dit onder stedelijke bebouwing verdwenen. Het domeinhof moet de beschikking hebben gehad over een grote (tiend)schuur voor de opslag van de oogst. Een aanwijzing hiervoor is de vermelding in 1259 van een stuk land genaamd scuurviertel. 

Assumburg en enkele andere kastelen op het terrein van domeinhof ‘Hofland’ In Beverwijk en Heemskerk, langs de rand van het strandwalgebied, stonden meerdere grote en kleine kastelen. Te beginnen bij een kasteelachtig complex naast de middeleeuwse kerk van Beverwijk, verderop onder meer Adrichem, Oosterwijk, het bovengenoemde hofterrein aan de Hoflaan, Oud-Haerlem, Assumburg en daar tegenover Rietwijk, waarna de reeks zich naar het noordwesten toe verder voortzette. Hier lag onder meer het Huis te Heemskerk, een ronde burcht uit de eerste helft van de 13e eeuw, waar zich nu de buitenplaats Marquette bevindt.

Hier vlakbij ligt het ‘Huldtoneel’ ofwel de ‘Schepelenberg’. Bij deze oude grafheuvel werden de graven van Holland gehuldigd als heren van Kennemerland. Vanwege de ligging van de reeks kastelen te Beverwijk en Heemskerk is wel gemeend dat zij ooit een verdedigingslinie tegen de West-Friezen vormden, maar dat is zeer onwaarschijnlijk. Assumburg is tegenwoordig nog steeds een deels middeleeuws kasteel, dat vanaf de restauratie in 1932 als jeugdherberg gebruikt wordt. In de tweede helft van de 17e eeuw kwam het in handen van Amsterdamse patriciërs, die het tot buitenplaats verbouwden. Bij deze veranderingen bleef een deel van het oude bouwvolume staan. Daarmee is het een fraai voorbeeld van een kasteel dat weliswaar werd omgebouwd tot buitenplaats, maar waarbij de verwijzing naar de Middeleeuwen duidelijk zichtbaar bleef.

In de eerste helft van de 15e eeuw waren zowel een voorburcht als een hoofdburcht gebouwd door Bartoud II van Assendelft, die in het jaar 1400 huwde met Nathalie, bastaarddochter van hertog Albrecht, graaf van Holland. Bartoud ontving bij die gelegenheid de hoge en lage jurisdictie van Assendelft in leen. Vervolgens werd hij in 1405 baljuw van Kennemerland.

De bouw van het kasteel gaf uitdrukking aan de verkregen hogere status. Een uitbreiding van de rechtspraak vond plaats in 1455, toen Gerrit III van Assendelft ook de hoge heerlijkheid van het Hofland in leen kreeg. De heren van Assendelft zagen zichzelf als ‘opvolgers’ van het nabijgelegen slot Oud-Haerlem, dat in het midden van de 14e eeuw verwoest was. Direct naast Assumburg heeft een ‘hoge werf’ gelegen, waarschijnlijk was dit een motte geweest uit de 13e eeuw. Een motte had doorgaans een woontoren op een hoogte met steil talud, omgeven door een gracht. Dit type kwam vooral voor tussen het begin van de 12e en het midden van de 13e eeuw, wat zou betekenen dat een ouder ‘kasteel’ aan de Assumburg vooraf is gegaan.

De burcht Oud-Haerlem werd waarschijnlijk direct na de koop van een deel van het domeinhof in 1248 door Simon van Haarlem gebouwd. Na het uitsterven van zijn geslacht werd het kasteel in 1327 verkocht aan Jan van Polanen. Tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten koos Van Polanen partij tegen de graaf, waarna het kasteel in 1350-1351 werd belegerd, na 6 maanden werd ingenomen en voor straf werd verwoest. In de eeuwen na het verdwijnen van het slot is men zich bewust gebleven van de historische betekenis van het kasteelterrein.

In 1960 werd enig archeologisch onderzoek verricht, waarover onlangs gepubliceerd is. Iets verderop ligt in een woonwijk een vijver met een eiland daarin. Het was op dit eiland waar bij opgravingen in de jaren ’60 van de vorige eeuw de funderingen van de hoofdburcht van Huis Ter Wijk werden gevonden. De oudste fase was een woontoren uit midden 13e eeuw; uit dezelfde tijd werd een bakstenen waterput op het terrein van de voorburcht aangetroffen.

Dichter bij Beverwijk bevindt zich een rond eiland waar een deel van de fundering van de hoofdburcht van Huis Adrichem werd vrijgegraven. Dit had een veelhoekige vorm en ook hier kan de bouw rond midden 13e eeuw hebben plaatsgevonden. Korte tijd later woonde Gerard van Velsen, moordenaar van graaf Floris V, in dit kasteel. Het gebied rond Assumburg en Oud-Haerlem is de laatste jaren ontwikkeld tot groengebied met cultuurhistorische inslag. Het plan omvatte onder meer een parkaanleg, een inrichting met waterberging rond archeologisch monument kasteel Oud-Haerlem en het herstel van de 18e eeuwse kasteeltuin van Assumburg. Bij het opnieuw aanplanten van de tuinaanleg werd het terrein vooraf opgehoogd om de archeologische sporen van de oorspronkelijke tuinaanleg niet aan te tasten.

weerstandsmeting
De kasteelplaats Cronenburg ten zuidoosten van Castricum. Elektrische weerstandsmetingen van RAAP Archeologie (Soonius & Schute 1997) geprojecteerd op een luchtfoto van Willy Metz, genomen vanuit het noorden. Direct voor boerderij Cronenburg bevinden zich de resten van kasteel Cronenburg. De ingetekende contouren berusten op gegevens van Johannes Rollerus, 1728. Onderaan tegen de Hendriksloot werd in 1996 een tweede structuur ontdekt. Collage Hans van Weenen.