Geef bij natuurontwikkeling nu voorrang aan het versterken van kwetsbare gebieden die al een beschermde status hebben. Dit moet voorrang krijgen boven het voltooien van het Natuurnetwerk in onze provincie. Dat schrijft gedeputeerde Rosan Kocken in haar blog op de website van Noord-Holland.
Lees hier de complete blog:
,,Noord-Holland is bijna klaar met de afronding van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). De teller staat nu op ruim 92%. Het NNN vergroot natuurgebieden en verbindt deze aan elkaar. Zo krijgen planten en dieren meer kans zich te verspreiden en voort te planten. Dit helpt de verscheidenheid aan dieren en planten in stand te houden.
We hebben met het Rijk en de provincies afgesproken dat het Natuurnetwerk in 2027 af is. Hoewel we er bijna zijn, wegen de laatste loodjes het zwaarst. Natuurlijk wil ik die doelstelling halen. Maar als ik kijk naar de staat van de natuur die we al hebben, vraag ik me ook af of we nu alles op alles moeten zetten om ons alleen op kwantiteit te richten.
We zien dat het met de natuur op teveel plekken niet goed gaat. Dat blijkt ook uit de adviezen van de Ecologische Autoriteit. Vorig jaar heeft de provincie zogeheten Natuurdoelanalyses aangeleverd bij de Ecologische Autoriteit. Dat hebben alle provincies gedaan voor de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden waar zij verantwoordelijk voor zijn. Het gaat in Noord-Holland om 12 natuurgebieden die alle ook in het Natuurnetwerk liggen.
De Ecologische Autoriteit heeft vastgesteld dat de kwaliteit van onze stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden onvoldoende is. De provincie moet daar werk van maken. Het afronden van het NNN in deze Europees beschermde gebieden is een belangrijk middel om dat te doen, net zo als het versterken van de al bestaande natuur. Dat laatste doen we bijvoorbeeld in de duinen bij Schoorl en Bergen. Daar halen we bomen weg, zodat de bijzondere duinnatuur weer kan herstellen.
Ik wil met Provinciale Staten bespreken of zij het ermee eens zijn dat we ons op korte termijn in onze eigen gebiedsprocessen vooral richten op dat waar de natuur het meeste baat bij heeft. Uiteraard willen we het hele Natuurnetwerk uiteindelijk afronden, daar is geen twijfel over.
De komende jaren gaan we verder met de al lopende gebiedsprocessen. De gebieden waar we ons op blijven richten liggen in de binnenduinrand in bijvoorbeeld Zuid-Kennemerland en de veenweidegebieden in Laag Holland en Oostelijke Vechtplassen. De kwetsbare natuur heeft het met name hier moeilijk. In ons coalitieakkoord sorteerden we al voor op het versterken van de natuur in de binnenduinrand. We willen hier 300 hectare extra Natuurnetwerk toevoegen. Dat is ook goed voor het opvangen en vasthouden van water vanwege de klimaatverandering.
We praten in de gebieden inmiddels al een langere tijd met grondeigenaren en andere betrokkenen over het omvormen van hun grond naar natuur. Daarover maken we met hen afspraken. Veel nog niet afgeronde NNN wordt bijvoorbeeld gebruikt door boeren. Dat gebruik gaat in veel gevallen niet samen met natuur. In gesprekken met de grondeigenaren kijken we wat de mogelijkheden zijn. Boeren zijn naast voedselproducent ook belangrijk voor het onderhouden van de natuur, en dat biedt dus ook mogelijkheden.
We concentreren onze gebiedsprocessen op natuur in de Natura 2000-gebieden, maar blijven ook initiatieven op andere plekken ondersteunen. In verschillende gebieden wordt – vaak op kleinere schaal – gewerkt aan afronding van het Natuurnetwerk. We willen betrokkenen aanmoedigen om met het NNN aan de slag te gaan. Als lokale betrokkenen een initiatief willen starten, dan staat de provincie klaar om mee te helpen.
En ook als het langer gaat duren, het einddoel blijft natuurlijk een afgerond Natuurnetwerk.’’
Bron website provincie Noord-Holland.