Het ‘hoogovenskelet’ dat in de jaren 60 van de vorige eeuw is opgegraven op het terrein van de hoogovens, blijkt na nieuw onderzoek toch naar alle waarschijnlijkheid een vrouw te zijn. Eerder werd aangenomen dat het skelet van een man was. Ook de datering is op basis van nieuwe technieken nu bepaald op 174 tot 19 v. Chr. in plaats van 508 tot 171 v. Chr. zoals eerder werd gedacht. Dat heeft Huis van Hilde bekend gemaakt.
Het skelet werd gevonden in een graf in de buurt van een drieschepig woonstalhuis. Door de vreemde houding in een te klein gegraven graf waarin het lichaam ‘gepropt’ leek te zijn, was het een opmerkelijke begraving. Uit dezelfde periode zijn bovendien slechts enkele andere begravingen bekend (onder andere van de jongen ‘Aak’, te zien in Huis van Hilde). Het graf op het hoogoventerrein was in een akker gegraven waar later een nieuwe akker overheen werd aangelegd waardoor het graf niet meer zichtbaar was.
Het skelet is indertijd gedateerd aan de hand van de C14-methode. In 2018 is in aanloop naar het jubileum ‘100 jaar Hoogovens’ besloten om met nieuwe en verbeterde technieken opnieuw naar dit skelet te gaan kijken. Voor het onderzoek is in plaats van de C14-methode een AMS-datering gedaan. Dit leverde een heel ander resultaat op dan in de jaren 60, namelijk een datering van 174 tot 19 v. Chr. Dit nieuwe inzicht komt een stuk beter overeen met de datering van de rest van de vondsten op het hoogoventerrein.
Op basis van de anatomie werd na de opgraving in de jaren 60 aangenomen dat het ging om een mannelijk individu. Uit het nieuwe onderzoek, waarbij het skelet is onderworpen aan een isotopenonderzoek, DNA-onderzoek en opnieuw fysisch-antropologisch onderzoek, kwam een verrassende bevinding. “Daar waar de eerste anatomische geslachtsbepaling neeg naar een mannelijk individu, was de nieuwe een stuk twijfelachtiger. Het DNA-onderzoek gaf de doorslag: we hebben hoogstwaarschijnlijk toch te maken met een vrouw”, aldus Eveline Altena, archeologisch DNA-onderzoeker. Altena: “Dit project laat mooi zien hoe het de moeite waard is om lang geleden opgegraven en onderzochte archeologische vondsten af en toe eens af te stoffen en aan nieuwe onderzoeksmethoden bloot te stellen, omdat dit soms tot verrassende resultaten en nieuwe inzichten kan leiden. En dat is precies waarom het zo belangrijk is om archeologische vondsten langdurig en met zorg op te slaan, zoals gebeurt in het provinciaal depot van Noord-Holland.”
Vanaf de Nationale Archeologiedagen in het weekend van 18 en 19 juni staat in Archeologiemuseum Huis van Hilde in Castricum een tijdelijke vitrine rond het thema ‘Oude vondsten, nieuwe inzichten’ met als uitgelicht object de schedel van het hoogovenskelet waarbij de nieuwe inzichten over dit skelet in de presentatie bij de vitrine worden toegelicht.
Huis van Hilde is geopend van dinsdag t/m zondag van 11.00 – 17.00 uur. Kijk voor meer informatie ook op www.huisvanhilde.nl.