Steven Slabbers, onafhankelijk provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit, stelt na uitgebreid onderzoek vast dat het in Noord-Holland schort aan sterke landschappen en robuuste natuur. Hij bepleit in een advies verregaande maatregelen.
Slabbers deed 32 maanden onderzoek en schreef zijn bevindingen op in het boek ’Verbonden toekomst’, dat werd gepresenteerd op de Dag van de Ruimtelijke Kwaliteit in Haarlem . Daar organiseerde de provincie een conferentie voor een publiek van gemeente- en provincieambtenaren, genootschappen met een binding tot het landschap en generiek geïnteresseerden in de ruimtelijke kwaliteit.
Vooraf schreef verslaggever Peter Schat in het Noord-Hollands Dagblad al een verhaal over de inhoud van het boek. Hieronder zijn bevindingen:
Honderd jaar geleden lagen Noord-Hollandse steden in dorpen in een zee van ruimte, het landschap. De omkering die zich voltrok leidde ertoe dat dat landschap zich nu omringd weet door verstedelijkte bebouwing. Het ’verdrietige’ hieraan is, dat de dorpen zo zijn gegroeid dat ze eigenlijk geen dorp meer genoemd kunnen worden. Voor het verloren dorpse karakter, kwam niet iets anders in de plaats. Deze voormalige dorpen faalden erin een hoogwaardig en gevarieerd aanbod aan voorzieningen te kunnen bieden.
Natuurkracht
Tegelijk ontnam groei de afgelopen honderd jaar steden de kans, om echt hoogstedelijke kwaliteit te krijgen. De kritische massa ontbrak om een sterk aanbod aan voorzieningen op te tuigen. De waarde van landschap, natuur en erfgoed is miskend en legde het in de planvorming af tegen sterkere economische belangen. Ondernemers, zoals boeren, en overheid investeerden weliswaar in het landschap, maar dat leidde er niet toe dat het landschap interessanter werd of aan natuurkracht won.
Coalitieakkoord
Wat Noord-Holland behoeft, zijn krachtige steden en sterke landschappen met robuuste natuur nodig, stelt Slabbers. Want daar schort het aan. Hij adviseert een strategie te ontwikkelen, die de ruimte tussen en nabij de steden interessanter maakt en krachtige steden verbindt met sterke landschappen. Kijk verder dan een coalitieakkoord dat maar voor vier jaar geldt. Richt de blik op 2050.
Het rapport van Slabbers beoogt ook burgers en bestuurders wakker te schudden. Want van de omvang van de problemen die op diverse gebieden allemaal tegelijk op ons af komen, lijkt de goegemeente nog niet doordrongen. Ging het in het verleden om verhogen van de agrarische opbrengst van het landschap, verlagen van de kosten en verbeteren van de arbeidsomstandigheden, anno nu moet het landschap veel meer dan voedsel voor de stad produceren. Het wordt ingezet voor klimaatadaptatie en recreatie, biedt ruimte aan natuur en energieopwekking. De energietransitie zal een forsere claim op het ruimtebeslag leggen dan menigeen denkt, aldus Slabbers. En er moeten tot 2050 ook nog eens 240.000 tot 300.000 woningen worden bijgebouwd.
Romantisch
Niet eerder stond de samenleving aan de vooravond en een dermate grote technologische ontwikkeling, aldus Slabbers.
Oplossingen zijn alleen haalbaar door alle opgaven in samenhang met elkaar te zien. Dat de oplossing voor het ene al de halve oplossing voor het andere probleem is en beide elkaar zeker niet opheffen of teniet doen. „Het besef dat het landschap drastisch zal veranderen, niet alleen om aan die keur aan opgaven tegemoet te komen maar ook als logisch gevolg van nieuwe technologische mogelijkheden, wordt onvoldoende onderkend. Niet in het beleid en zeker niet bij de gemiddelde burger die doorgaans hecht aan de bestaande omgeving en vanuit een romantisch en derhalve behoudend perspectief naar ’zijn’ landschap kijkt.
Een meer ontwikkelgerichte attitude, zowel in het beleid als bij de burger, de gebruiker van het landschap, is dringend noodzakelijk.”
Slabbers adviseert de burger ’deelgenoot van de probleemherkenning’ te maken. „Nodig hem van daaruit uit om mee te denken over mogelijke oplossingen. Onderzoek met burgers en experts welke oplossing het meest kansrijk is, zodat bestuurders daaruit de voorkeursoplossing kunnen destilleren.’’
(Bron NHD 15/09 2021)