Keurmerk voor het Oer-IJ landschap

Stichting maakt zich sterk voor predicaat 'bijzonder provinciaal landschap'

De Stichting Oer-IJ wil graag dat het buitengebied tussen de Zaanstreek, Velsen en Alkmaar een bijzondere status krijgt, waardoor de natuur- en cultuurhistorische waarden in de toekomst beter beschermd zullen zijn.  De aanvraag voor een aanwijzing als Geopark en een plek op de Werelderfgoedlijst heeft het om formele redenen niet gehaald; het gebied is niet groot genoeg en de specifieke kenmerken zijn onvoldoende herkenbaar. Dus wordt nu ingezet op een ander keurmerk. Daarbij wordt gedacht aan de titel ‘Bijzonder Provinciaal Landschap’ of anders de aanwijzing tot  ‘Icoonlandschap’.
 
Nederland kent tot nu toe 1 officieel erkend UNESCO Global Geopark, dat is de Hondsrug in Drenthe. Een Geopark kun je niet worden, zegt Jos Teeuwisse. Een Geopark dat ben je. Door unieke kenmerken kan een landschap gecombineerd met een duurzame gebiedsontwikkeling voor zo’n erkenning in aanmerking komen. ,,We zijn niet afgewezen vanwege de kenmerken of een gebrek aan kwaliteit, maar vanwege de schaalgrootte en herkenbaarheid. Dat is jammer, maar Jos Teeuwisse ziet meer mogelijkheden. Het Oer-IJ gebied is in oorsprong een getijdenlandschap. Een grillige aftakking van de Rijn mondde bij Castricum uit in zee. Wind en water. Verstuivingen en overstromingen. De natuur zelf heeft het gebied vorm gegeven. Er ontstonden strandwallen en spontane plantengroei leidde tot veenvorming. Zo zie je dat nergens anders.

Mensen hebben het in de loop der eeuwen gemaakt tot wat het nu is. Van die ontstaansgeschiedenis is nog veel in het landschap terug te vinden. En dan parafraseert Jos Teeuwisse graag Johan Cruyff; je ziet het pas, als je het weet. Die kennis en kwaliteiten willen wij graag breed uitdragen. Met een speciale erkenning  beoogt de stichting meer waardering voor de historische waarde van het landschap te krijgen. Zowel in de ruimtelijke ordening bij inrichting van het landelijk gebied, als bij gebruik door bewoners en recreanten. Door de geschiedenis tastbaarder te maken, krijgt een gebied een andere belevingswaarde. Zo’n keurmerk is dan een bevestiging voor het bijzondere en eigen karakter.

In Drenthe heeft de erkenning tot Geopark de Hondsrug geleid tot de opening van  verschillende informatiecentra in het gebied, waaronder het Hunebedcentrum in Borger met een eigen expositie en informatiepunt, waar publiek wordt voorgelicht over de geologische geschiedenis en het landschappelijk erfgoed van het gebied.  Daarnaast zijn in de regio informatiepanelen geplaatst met een netwerk aan wandel- en fietsroutes. Vooral de combinatie van het Hunebedcentrum, met een Oertijdpark, waar replica’s van prehistorische bebouwing staat, maakt het informatiepunt bijzonder interessant voor toeristen en dagjesmensen. Er worden thematische evenementen georganiseerd en ook het recreatieve bedrijfsleven profiteert daarvan. De provincie Drenthe financiert een belangrijk deel van de activiteiten.

In het  Zuid-Hollandse Midden-Delfland is recent het eerste Bijzonder Provinciaal Landschap van Nederland aangewezen. Deze status geeft het belang aan van het open en groen houden van dit waardevolle agrarisch veenweidelandschap tussen de steden. De aanwijzing van een gebied tot Bijzonder Provinciaal Landschap is een relatief nieuwe bevoegdheid van provinciebesturen en wordt verleend op grond van de Wet Natuurbescherming.

Het ‘bidbook’ dat bij de provincie werd ingediend bevat concrete acties en investeringen op het gebied van landschap, landbouw, recreatie en natuur. De gebiedspartners gaan de komende acht jaar met die acties aan de slag. Na vier jaar volgt een tussentijdse evaluatie. Daarbij wordt vooral gelet op verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en op het effect op de verbinding tussen stad en groene ruimte. Eerder lieten de gebiedspartners van Midden-Delfland zien dat zij vanuit een integrale gebiedsbenadering kunnen toewerken naar perspectief voor landschap, bereikbaarheid en economie. De wijze waarop de A4 Midden-Delfland is ingepast is daarvan misschien wel het beste voorbeeld.

Vanuit de Stichting Oer-IJ is voor de aansluiting van de A8 – A9 ook zo’n benadering bepleit. Daarnaast is op initiatief van het burgerinitiatief uit Castricum door bureau Vista van landschapsarchitect  Rik de Visser een inspiratiedocument gemaakt met concrete projecten voor een kwaliteitsimpuls van de landschapsbeleving in het Oer-IJ gebied.

Twintig regionale overheden en gebiedsorganisaties namen in het voorjaar van 2017 het initiatief een aanvraag in te dienen voor Midden-Delfland. De provincie was het met de indieners eens dat het hier om een bijzonder landschap gaat. Ook de Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit, Harm Veenenbos, kwam na toetsing aan de criteria tot die conclusie. Net als de Hoge Berg op Texel en het Limburgse Noorbeek zou mogelijk het Oer-IJ gebied ook in aanmerking kunnen komen voor het predicaat ‘Icoonlandschap’. De Vereniging Nederlands Cultuurlandschap kent dat kwaliteitskenmerk toe. Daarmee zijn nu eerste contacten gelegd.

Los van het keurmerk heeft de Stichting Oer-IJ bij Recreatie Noord-Holland de wens uitgesproken de naam van het Recreatieschap Uitgeester- en Alkmaardermeer (in de wandeling het Raum) te veranderen in Recreatieschap Oer-IJ gebied. Dat spreekt meer tot de verbeelding, is herkenbaarder en doet meer recht aan het karakter en de kenmerken van de streek. Voor de Stichting-Oer IJ zou het een erkenning zijn, waarmee het gebied letterlijk op de kaart wordt gezet.

Lees hier het advies Nederlands Forum Unesco Global Geoparks,


Cover

Verrassende natuur . . .

Het rijk geïllustreerde boek "Verrassende natuur van het Oer-IJ landschap" bevat bijdragen over de vele facetten van de nog altijd rijke natuur van het Oer-IJ gebied opgeschreven door een grote groep deskundigen. Speciaal voor dit boek is een landschapsecologische kaart gemaakt, die laat zien waarom de natuur in onze regio zo veelzijdig en verrassend is.
De uitgave omvat 160 pagina’s tekst, staat vol afbeeldingen en heeft dezelfde opmaak als het boek “2000 jaar strijd….”. Dankzij belangeloze medewerking van auteurs en fotografen en bijdragen van Oer-IJ gemeenten en fondsen hebben we de prijs laag kunnen houden.
Het boek kost 24,50 euro, is te koop in de boekhandel en ook verkrijgbaar bij Archeologiemuseum Huis van Hilde in Castricum.
Meer informatie