Terug naar het overzicht

Visie op de toekomst van het Oer-IJ landschap

door Rik de Visser en Jos Teeuwisse
Erfgoedpark De Hoop bij Uitgeest heeft de potentie om uit te groeien tot één van de iconen in het Oer-IJ ­landschap in de periode Late Middeleeuwen. FOTO  Léon Klein Schiphorst.

De betekenis van het Oer-IJ
 
Op deze website wordt de veelzijdigheid van het Oer-IJ-gebied in al zijn facetten vooral vanuit een historisch perspectief beschreven. In dit hoofdstuk blikken we vooruit naar de toekomst. Het Oer-IJ-landschap vertelt het fascinerende verhaal van de ontwikkeling van het Nederlandse kustlandschap.

Met een beetje goede wil kan iedereen zich voorstellen, hoe het Oer-IJ bij Castricum in zee uitmondde en hoe twee keer per dag het open landschap overstroomde door het opkomende zeewater. De oude loop van de rivier, die nog steeds in het landschap herkenbaar is, verbindt Amsterdam met de Zaanstreek, de IJmond en Noord-Kennemerland. In de Noordvleugel van de Randstad wisselen stedelijk en open gebied elkaar af. De niet-bebouwde gebieden, de zogenaamde ‘groene longen’, dragen in sterke mate bij aan het leefklimaat voor de bewoners. Het Oer-IJ landschap speelt daarin een grote rol.

De openheid van het landschap onder druk
In de naoorlogse periode zijn de steden en dorpen gestaag gegroeid. Voorbeelden van recente grote nieuwbouwwijken in het Oer-IJ-landschap zijn Saendelft (Zaanstad) en de Broekpolder (Beverwijk en Heemskerk) Ook de infrastructuur groeide mee met deze ontwikkelingen. Zo werd in 1996 de Wijkertunnel geopend, werd de A9 doorgetrokken en de oude Rijksweg 9 omgedoopt tot A22. De verbinding A8-A9 zit nog in de pen. Ook het nieuwe 380KV hoogspanningstracé voegt een opvallend stedelijk element toe aan het landschap. Het Oer-IJ is vele eeuwen sturend geweest voor de ruimtelijke ontwikkelingen. In de naoorlogse periode verandert dat. Verstedelijking is niet langer meer landschapsvolgend. Het Oer-IJ- landschap wordt hierdoor minder herkenbaar.

De achteruitgang van natuur en landschap
Niet alleen de verstedelijking heeft een grote impact gehad op het landschap. Ook het landschap zelf is van binnenuit van karakter veranderd. In het Oer-IJ-landschap is de biodiversiteit sterk afgenomen. Landinrichtingswerkzaamheden en schaalvergroting hebben op verscheidene plaatsen het kenmerkende microreliëf doen verdwijnen. Ook de met kreekstructuren samenhangende, grillige percelen zijn door de landinrichting aangetast.


Natuur, water en landbouw

Het Oer-IJ-landschap is een onderdeel van het verstedelijkte landschap van de Noordvleugel van de Randstad. In die context gezien zou de landbouw zich meer moeten gaan verbreden met natuur-, water- en landschapsbeheer en zich meer moeten richten op recreatie en toerisme. Dit is noodzakelijk om het open karakter van het Oer-IJ-landschap als voormalig estuarium met z’n kwelders, platen en kreken te behouden. Dit kan alleen met agrarisch (natuur)beheer.

De agrarische sector moet hiervoor wel voldoende beloond worden Het krekenstelsel kan, waar mogelijk, weer open gemaakt worden, door kreken te verbreden en door de ontwikkeling van natuurlijke, flauwe oevers. De kreken worden op die manier als samenhangend systeem veel meer zichtbaar in het landschap. Hierdoor ontstaat niet alleen een fraaier landschap, maar draagt het landschap ook bij aan waterberging. Dit is belangrijk voor de landbouw, voor de natuur en ook voor de bebouwde gebieden.

Een meer natuurlijk beheerd landschap manifesteert zich door bloemrijke graslanden, veel water en natuurlijk begroeide oevers: een eldorado voor weide- en watervogels. Op de vele overgangen van nat naar droog zal de bloeiende dotterbloem het landschap uitbundig geel kleuren. In de naoorlogse periode is de natuur hard achteruitgegaan.

Met de ecologische hoofdstructuur en particuliere initiatieven voor natuur is het herstel weer enigszins ingezet, maar we zijn er nog lang niet. Door de natuur in het Oer-IJ-landschap te versterken en daarbij ook de waterstructuur versterken, ontstaat ook een ecologische verbinding tussen het duinlandschap van Noord-Kennemerland en de veengebieden van de Zaanstreek en Waterland. Versterken van natuur en water is een belangrijk onderdeel van klimaatadaptatie. Het huidige beleid in de regio is vooral gericht op het terugdringen van energiegebruik en de transitie naar het gebruik van duurzame energiebronnen. In een integraal klimaatbeleid moeten ook het verhogen van de biodiversiteit en veerkracht in het watersysteem worden opgenomen.


Het toegankelijk maken van het landschap

Het Oer-IJ-landschap – zoals hier eerder geschetst – gaat sterk bijdragen aan het vestigings- en leefklimaat in de regio. Daarvoor moet ook het toeristisch-recreatief netwerk (wandelen, fietsen, varen) veel sterker ontwikkeld worden. Het Oer-IJ-landschap moet je van binnenuit kunnen beleven en vanzelfsprekend ook vanaf het water. Het gebied is nu beperkt toegankelijk via plattelandswegen, dijken en enkele fietspaden. In het waterstelsel zitten nu te veel barrières en dit wordt daarom weinig gebruikt door kanoërs. Wandelen op vrij liggende paden en dijkjes is nauwelijks mogelijk. Het Oer-IJ-landschap kent een flink aantal barrières als gevolg van doorsnijdende grootschalige infrastructuur.

Door het stelsel van fietspaden, wandelpaden en watergangen nog eens goed onder de loep te nemen, kan ook gekeken worden of dit netwerk uitgebreid en ook meer landschapsvolgend gemaakt kan worden. De hoofdvorm van het Oer-IJ is een krachtige boog die vanuit het Noordzeekanaal komt en tussen Heemskerk en Uitgeest noordelijk om Castricum krult in de richting van de duinen. Het volgen van die belangrijke landschappelijke lijn is nu totaal onmogelijk. Hier ligt een kans om fiets- of wandelpaden toe te voegen die het beleven van het Oer-IJ een stuk interessanter kunnen maken.

Het toegankelijker maken van het Oer-IJ-landschap biedt ook kansen voor het woon-werkverkeer. Er is grote behoefte aan veilige en comfortabele routes voor de (elektrische) fiets. Hiermee kunnen we veel bereiken: terugdringen van de files, milieuwinst en gezondere mensen. Dit vraagt wel om forse investeringen. Zo moet serieus overwogen worden om het autoverkeer op het onderliggende wegennet terug te dringen ten gunste van de (elektrische) fiets. Met wat creativiteit en bestuurlijke durf kan op korte termijn en zonder kostbare ingrepen het sluipverkeer worden tegengegaan. Dit is nodig om het fietsen echt aantrekkelijker te maken.

Oer-IJ iconen

Voor het Oer-IJ landschap onderscheiden we vijf belangrijke ontwikkelingsfasen. Deze fasen zijn nog steeds te herkennen in het landschap. Daar is vanzelfsprekend wel enige kennis voor nodig. Daarom moeten bijzondere ‘iconen’ ontwikkeld worden die elk symbool staan voor een bepaalde ontwikkelingsfase:

 • de Voorhistorische periode tot 12 v.Chr. Het bezoekerscentrum De Hoep van PWN zien we als icoon voor het voormalige overstoven Oer-IJ-zeegat. De infrastructuur is hier aanwezig om deze bijzondere periode uit de landschapsgeschiedenis te laten zien;

• de Romeinse Tijd, 12 v.Chr.-450. Op de plek Castellum Flevum bij Velsen lagen twee havenforten van de Romeinen aan het Oer-IJ. Het icoon zou kunnen bestaan uit de reconstructie van een Romeins fort en/ of een Romeins schip als markering van deze plek en het Oer-IJ en een educatief-toeristische attractie in het recreatiegebied Spaarnwoude;

 • de Vroege Middeleeuwen, 450-1050. In het geulengebied tussen Heemskerk, Uitgeest, Limmen en Castricum zou de reconstructie van een middeleeuwse boerderij en erf kunnen uitgroeien tot een sterk icoon voor deze periode. Een kleinschalige, educatieve en toeristische invulling ligt voor de hand;

• de Late Middeleeuwen, 1050-1500. Erfgoedpark De Hoop staat voor de Late Middeleeuwen, met Cornelis Corneliszoon als innovator en uitvinder van de houtzaagmolen. Hier legde hij de basis voor het industriegebied dat zich over de hele Zaanstreek zou uitspreiden en uiteindelijke meer dan 1300 molens zou tellen;

• de Nieuwe en Moderne Tijd, 1500-heden. Een zeer strategische plek is Fort Zuidwijkermeer. Dit is een centraal punt gelegen aan het verdronken en overstroomde Oer-IJ, aan de Stelling van Amsterdam en direct gesitueerd aan het Noordzeekanaal. Hier spreekt de Moderne tijd, de mens die het landschap naar zijn hand zet. De verhalen van de inpoldering van IJ en Wijkermeer, de aanleg van het Noordzeekanaal en de ontwikkeling van de Stelling van Amsterdam komen hier samen.

Het centraal in het mondingsgebied gelegen Huis van Hilde, archeologiecentrum van de provincie Noord-Holland, is te zien als een belangrijk kenniscentrum en een plek waar veel informatie over het Oer-IJ samenkomt. Gelegen aan het Intercitystation Castricum is dit een prachtige uitvalsbasis voor het verkennen van het Oer-IJ-gebied.

In samenhang met de Oer-IJ-iconen moeten tekens ontwikkeld worden die verwijzen naar archeologische opgravingen en interessante historisch-geografische elementen. Dit wordt de Oer-IJ-taal genoemd. In samenhang met de recreatieve infrastructuur moet deze Oer-IJ-taal de geschiedenis van het landschap tot leven wekken.

 De dijken in het Oer­IJ­landschap zijn grotendeels ontstaan vanaf de Late Middeleeuwen. Deze lange lijnen in het landschap lenen zich uitstekend voor fietsen en wandelen. Deze foto toont de innundatiekade van de Stelling van Amsterdam (19e eeuw) en de Lagendijk (Late Middeleeuwen) ter hoogte van Fort Krommeniedijk. VLIEGERFOTO Tom Kisjes.


Toekomstvisie

    Om het Oer-IJ-landschap herkenbaar te houden en tegenwicht te kunnen bieden aan de oprukkende verstedelijking, zal in het landschap geïnvesteerd moeten worden. Alleen dan kan het Oer-IJ-landschap een belangrijke rol spelen als groene tegenhanger van het omringende stedelijk gebied. 

    De volgende met elkaar samenhangende opgaven zijn van belang:

     - versterken in samenwerking met boeren, water- en natuurbeheerders van de natuur en het klimaatbestendig maken van het watersysteem (ruimte bieden voor waterberging);

    - vergroten van de recreatieve toegankelijkheid van het landschap voor fietsen, wandelen en kanoën in combinatie met aantrekkelijke voorzieningen en verblijfsmogelijkheden;

    - ontwikkelen vanuit de cultuurhistorische waarden. De cultuurhistorie is immers een belangrijke drager van de identiteit en herkenbaarheid van het gebied;

    - vertellen van het verhaal van de ontwikkeling van het kustlandschap in vijf Oer-IJ-iconen, die staan voor de verschillende ontwikkelingsfasen van het Oer-IJ-landschap in meer dan 2000 jaar. Met tastbare informatie op markante plekken in het landschap wordt de kwaliteit van het landschap beter onder de aandacht gebracht.

    Het ontwikkelen van zo’n ruimtelijke huisstijl noemen wij de Oer-IJ-taal. Klik hier voor de notitie die we daar over hebben gepubliceerd.

    Wie neemt de regie?

    De Stichting Oer-IJ is een bewonersinitiatief en heeft in de afgelopen jaren het verhaal van dit gebied uitgedragen en daarvoor veel enthousiasme gekweekt bij bewoners, instanties, organisaties, bedrijven en overheden. Maar uiteindelijk is het gewenst dat de provincie Noord-Holland, samen met de genoemde gebiedspartijen de regie neemt en het Oer-IJ-landschap met al z’n kwaliteiten en potenties omarmt. In dit verhaal hebben we proberen duidelijk te maken dat het Oer-IJ-landschap niet alleen een kwestie is van behoud en bewondering, maar vooral ook een kwestie van inrichting en ontwikkeling. We hebben een beeld geschetst van de ruimtelijke ontwikkelingen in de naoorlogse periode. Ook hebben we de opgaven voor de komende decennia beschreven. Alleen met een zeer offensieve strategie kan het Oer-IJ-landschap van toegevoegde waarde blijven in een zich onstuimig verder ontwikkelende, stedelijke regio.

    Onderstaande afbeelding geeft een beeld van de verstedelijking in het zuiden van Noord-Holland. Kaartjes van 1960, 1980, 2000 en 2017. Rood is de bebouwing. Ter oriëntatie: bovenin het midden in blauw het Alkmaarder- en Uitgeestermeer.